Verbinding

We ontkomen er niet aan. Het jaar nadert haar einde en er rijzen vragen zoals ‘Wat was het afgelopen jaar voor jaar en wat brengt het volgende jaar ons?’ Ik zou deze vragen met u willen bespreken, met als doel samen een nog grotere vraag te kunnen beantwoorden: ‘Hoe kunnen wij verbinding mogelijk maken?’

Persoonlijk verhaal
Zesenhalf jaar geleden wist ik nog niet af van jullie bestaan. Jullie ook niet van het mijne. Ik leefde in een vluchtelingenkamp in Tanzania. Daar leefde ik in een kleine gemeenschap van mensen die van elkaar hielden. De oorlog had ons verdreven van ons moederland, maar wij stonden altijd klaar voor elkaar, schouder aan schouder.

En nu ik ben met u verbonden. Zesenhalf jaar geleden ben ik naar Nederland gekomen. Hetzelfde verhaal. Een vluchteling blijft een vluchteling. Ook in Nederland moet ik mijn oude leven opgeven en een nieuw leven opbouwen. Dat is ten dele gelukt. En hoe komt dat? Dat komt door mensen. Ook in Nederland zijn er mensen die voor mij en mensen zoals ik klaar stonden, ons met open armen hebben ontvangen en ons begeleid hebben in dit nieuwe en complexe land.

Als jonge scholier in Tanzania droomde ik van een plek waar ik geestverwanten kon vinden en de grote zaken van het leven kon bespreken. Ik was met filosofie en duurzaamheid bezig, met de toekomst, stabiliteit en identiteit.  Terwijl ik dit schrijf realiseer ik mij dat die droom werkelijkheid is geworden. Ik ben een actief lid van en bestuurslid bij een politieke jongerenorganisatie (het CDJA), in een land waar ik zes jaar geleden als vluchteling ben gekomen. Ik doe een studie die ik interessant vind (politicologie) en ik heb een breed netwerk van mensen die net als ik de kansen benutten die Nederland biedt.

Verbinding
Wij leven in een complexe wereld die heterogeen en multicultureel is. Tegelijkertijd leven wij in een land met ongekende mogelijkheden en kansen. Het jammere is alleen dat deze kansen en mogelijkheden nog niet door iedereen benut worden. Dat komt deels doordat er verschillende scheidslijnen zijn. Wij gaan met mensen om die zich in onze klasse bevinden, die er net zo uitzien als wij en die onze humor snappen. Daarnaast zien we een toenemend individualisme in welvarende samenlevingen zoals de onze hier in Nederland.

Ik geloof dat die scheidslijnen en verschillen geen problemen maar juist kansen vormen. Ik denk dat diversiteit het leven een stukje interessanter maakt. Hoe dat? Door elkaar te inspireren. Door te kijken naar wat ons gezamenlijk bindt in plaats van wat ons onderscheidt. Dit is geen losse retoriek, dit is de werkelijkheid. Er is nooit harmonie gebouwd uit polarisatie maar uit verbondenheid en ik mag hopen dat ons doel is om in harmonie te leven in een land zo complex als Nederland.

Praktisch: Hoe maken wij verbinding mogelijk?
Hoe komen wij dan tot die verbinding? Het antwoord daar op is heel simpel: door te doen. Ik geloof in de kracht van kleine initiatieven en projecten om mensen bij elkaar te brengen. De achterliggende gedachte moet altijd zijn: ‘Wat kan ik voor de ander betekenen?’ Is er bijvoorbeeld een jongeman in jouw wijk, die toevallig  vluchteling is, de taal nog niet voldoende beheerst en ook nog eens werkloos is? Door oprecht contact met hem te hebben kan hij iets voor de samenleving betekenen (in de thuiszorg bijvoorbeeld).

Net als ik toen ik zes jaar geleden naar Nederland kwam en mij in compleet nieuwe en ingewikkelde maatschappelijke structuren bevond, zo zijn er talloze mensen die onvoldoende participeren in de Nederlandse samenleving. Het is mij ten dele gelukt dat te doen omdat er mensen waren die mij oprecht hebben begeleid. Omdat ik welkom was.

Ik geloof dat wij verbinding mogelijk kunnen maken door oprecht naar elkaars verhalen te luisteren. Laten we hopen dat het volgende jaar ons dat brengt. Niet door elkaar heen praten (wat ik dit jaar in de zwarte-pietendiscussie ervaren heb bijvoorbeeld), maar oprecht toenadering zoeken naar elkaar. Om het af te sluiten met een bekende Afrikaanse filosofie: ‘UBUNTU’, wat betekent: ‘Ik ben omdat wij zijn.’ Meer kan ik er niet aan toe voegen.

Dit verhaal werd oorspronkelijk gepubliceerd voor de Linkedin-Groep van Vluchthellingenwerk Nederland, om het jaar 2013 er mee af te sluiten. 

Moedertaal

Schrijven is voor mijn opleiding, of studie(zoals velen het noemen) wat gras voor een koe is. Niet het schrijven van een simpele blog zoals deze, het gaat over wetenschappelijk schrijven, dat is totaal iets anders. Ik loop in deze al een aantal problemen tegen die te maken hebben met mijn taalbeperking.  Ik zou willen roepen dat ik een slachtoffer ben, maar aan het eind van dit blogitem moet blijken dat dat niet het geval hoeft te zijn.

Hier is een simpele gegeven. De Faculteit gedraag- en maatschappijwetenschappen van de Universiteit van Amsterdam hanteert een hele simpele regel bij schrijfopdrachten. Zodra een student 10 fouten bij een schrijfopdracht heeft, wordt de opdracht per definitie als onvoldoende berekend. Vorige week is het mij gebeurd. Natuurlijk omdat Nederlands mijn niet mijn moedertaal is. Je zou dan jezelf afvragen: kan de universiteit geen uitzondering maken voor mensen die niet in Nederland zijn geboren? Het antwoord daarop is ‘nee’, want er wordt van iedere student een bepaalde academische niveau verwacht een het maakt niet waar je vandaan komt en hoe lang je in Nederland woont, taalfoutjes vallen niet te tolereren.

Ik zou gedemotiveerd moeten zijn, wat ik eerlijk gezegd ook ben. Het voelt alsof ik het nooit goed zal doen. In het vorige week populaire  uitgezonden door BNN ‘Grote Racisme Experiment’  werd uitgelegd hoe nieuwkomers in Nederland het moeilijk kunnen hebben. Door een achterstand op algemene vanzelfsprekendheden zoals taal en cultuur hebben bi-culturele medelanders per definitie ook een achterstand in hun dagelijks activiteiten zoals werk en studie. Ze moeten in iedere geval minstens twee keer harder werken om hetzelfde resultaat te behalen. Kortom, ik kan nooit een 8 halen op een schrijfopdracht, niet omdat ik ‘dommer’ ben, maar omdat het systeem het onmogelijk voor mij maakt om een acht te halen.

En nu? Ik geef het toe, pijnlijk dat Nederlands niet mijn moedertaal is. Pijnlijk dat ik misschien pas 6 jaar geleden naar Nederland ben gekomen, misschien moest ik maar hier geboren worden. Het klinkt best dramatisch, maar ik wil eigenlijk gewoon aangeven dat het jammer is.

 Maar he, zou het misschien niet handig zijn om van mijn zwakte een sterkte te maken. Elke nadeel heeft een voordeel heeft een grote Nederlandse man ooit gezegd. Dat zie ik terug overal. De Nederlandse schrijver van Perzische komaf Kader Abdolah heeft bijvoorbeeld dat bewezen in zijn werken. Hij kiest bewust voor korte, krachtige zinnen. Een literaire stijl die het heel goed doet. Ik kan er wat van leren. Want deze koe moet ook van het gras kunnen smullen ook al kost dat 10 kilometers extra lopen ten opzichten van andere koeien. 

Studeert Politicologie aan de Universiteit van Amsterdam

Iedereen moet hier Nederlands praten

Dit is een laagdrempelige beschrijving van wat niet laagdrempelig is.
De taal is een middel die het bewijs toont van wat wij als mensen toe in staat zijn. Zij zijn geniaal, wij zij meer dan we kunnen denken.

Je moet je voorstellen, hoe kan je nadenken zonder taal? Communiceren zonder taal? Of eten zonder taal? Het is een raar iets, een fenomeen die het overleven op aarde mogelijk maakt.

Hoe is taal eigenlijk ontstaan?Ik ben nog geen filosoof en daar ben ik nu te lui voor om een onderzoek naar te doen. Maar volgens Wikipedia is taal een typisch menselijk communicatiesysteem dat betekenis weergeeft en doorgeeft
En deze definitie brengt mij terug naar de kern van dit artikel.Want ik het de kern van dit artikel niet aan jou kunnen overbrengen als ik geen Nederland sprak ( In dit geval is Nederlands  de taal die mij en jou bint). Maar hoe kan dat? zes jaar geleden wis ik helemaal niet dat elders een taal bestond dat Nederlands heette.

Ik heb er bewust voor gekozen om Nederlands te leren omdat ik wist dat het een van de belangrijkste voorwaarden was als ik wilde overleven. Nu krijg ik regelmatig met mensen te maken die de taal net iets minder dan mij beheersen. En het is empirisch jammer, om mensen met grote intelligentie en andere vermogen te zien die hun gevoel en gedachten niet kunnen uiten door een beperkte vocabulaire.

Ik maak het regelmatig mee, dat iemand een dilemma niet begrijpt puur omdat hij de taal niet beheerst. Het gaat om lelijke toestanden, want zonder te taal te spreken hoor je er eigenlijk niet bij. En daarom steun ik de Nederlandse overheid in haar beleid om de taalvaardigheid van nieuwkomers te bevorderen. Een samenleving, gedeelde normen een waarden en de taal is daar een onderdeel van. Als je de taal spreekt zul je een deel van de kansen benutten die Nederland te bieden heeft.

Sociaal

“Sommigen zeggen dat het sociaal is om een uitkering te geven,ik vind het socialer om mensen aan het werk te krijgen.”  Mark Rutte, Partijleider VVD

Onderstaande uitspraken moet je in perspectief kunnen plaatsen om de kern ervan te kunnen begrijpen. Er zal in dit artikel kritisch naar het woord ‘sociaal’ worden. Mij is het opgevallen dat dit woord nogal voor misverstanden zorgt in de Nederlandse poliek en samenleving. Alleen al de boventaande citaat illustreert enkele duidelijke verschillen, het zou daarom fijn zijn als iedereen begrijpt waar hij het over heeft wanneer hij dat woord ‘sociaal’ uitspreekt.

Mijn ergernis richt zich vooral aan de connotatie die men aan het woord ‘sociaal’  heeft verleend. Spreek een gemiddelde figuur in Amsterdam Zuid-Oost, en je zult te horen krijgen dat sociaal gelijk staat met ‘ uitkering geven’. Sociaal betekent voor velen in dit land: aardige woorden roepen, geen havik maar duif zijn, subsidie geven, kortom, zaken doen die sommige mensen plezier doen.

Ben je een minister van Asiel en Migratie en verleen je geen verblijfvergunning aan een minderjarig meisje? Nee, dat had je niet moeten doen, je bent voortaan asociaal, je hebt geen hart. Maar is de waarheid echt zo zwart-wit?  Is Geert Wilders die opkomt voor de zorg van onze ouderen asociaal dan Mark die het wil aanpakken? Komt dat dan omdat Geert Wilders te streng voor buitenlanders is? Is Mark Rutten die bannen voor mensen wil creren asocialer dan Emile Roemer omdat die laatste genoemde wel bereid  is om hun uitkering te geven?

En hier begint de discussie. Is het echt pas sociaal wanneer de overheid jou een bak vol met geld geeft? Onze Minister-President Mark Rutte denkt in iedere geval anders daarover. In debat met de SP-leider Emile Roemer drie maanden gelden maakt hij het nog eens duidelijk: “Sommigen zeggen dat het sociaal is om een uitkering te geven,ik vind het socialer om mensen aan het werk te krijgen”

Wat is fout in deze discussie? Het nadeel van de wijze waarop wij het woord sociaal gebruiken komt vooral uit het feit dat we het direct met geld associeren. In de constructie van Mark Rutte en Emile Roemer heb je twee optie: of geld geven, of aan het werk krijgen’ . Het leuk is, het is niet het ene of het andere. Als je de kern van het woord ‘sociaal’ er bij haalt, dan merk je dat sociaal zijn niet per se met materiele waarden hoeft te maken.

Volgens Wikipedia staat sociaal voor: dat een mens of een dier geneigd is om in groep te leven. Juist, de mens is een sociale wezen. Wij zijn met elkaar verbonden en hebben elkaar daarom nodig. Wij leren daarom dat wij de verantwoordelijkheid hebben om voor elkaar te zorgen. Als een vinger pijn doet, heeft de rest van het lichaam daar last van.

Idealen uit het christendemocratie en het socialisme/ socialedemocratie hebben daarom altijd in het boodschap van solidariteit geloofd. Het verschil ligt echter in de definitie of de kijk die men aan zo’n woord verlengt. Het is duidelijk dat voor sociaaldemocraten ‘ eerlijke verdeling, gelijke kansen’ belangrijke gedachtegoeden zijn. Hoe gaat dat dan in de praktijk?

Bij de presentatie van het Kabinet Rutte-II kreeg de VVD heel veel kritiek bij de omslachtige constructie vand de zorgpremies. Het was afgesproken dat in de filosofie van dat kabinet  past om de inkomstenverschillen kleiner te maken. De coalitiepartner van de VVD wilde dat bereiken door nivelleringen in de zorgkosten. Haar Partijleider Dederik Samsom noemde dat: ‘ De essentie van eerlijk delen’ en haar partijvoorzitter Hans Speekman riep in het AD ‘ Nivelleren is een feestje’

Wat is de kern van deze beschouwing? Velen, moeten niet beweren dat je sociaal kan zijn als je iemands geld afspakt om dat vervolgens aan iemand anders geven. Het is niet sociaal als de overheid het geld uitgeeft dat zij niet heeft, en het is niet sociaal wanneer de overheid iemand niet durft aan te spreken op zijn/haar gedrag.

Sociaal zijn gaat veel verder dan alleen maar een baan creren of uitkering geven. Het gaat over onderling verbondheid en de rol die we tegenover elkaar dienen uit te oefenen. Ja, We dienen elkaar te steunen waar dat nodig is, en dat dienen we vooral onderling te doen. Niet de overheid moet dat regelen, wij, mensen moeten dat met elkaar doen.

Dit was een oproep. Vooral aan links Nederland. Sociaal is veel meer dan aardig doen en geld geven.